ARTIKEL 18. ADMINISTRATIE
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel.
b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van o.a. activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten.
c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties.
d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten.
e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, Begroting en relevante wet- en regelgeving.
f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, Programmabegroting en relevante wet- en regelgeving.
ARTIKEL 19. FINANCIËLE ORGANISATIE
Opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan draagt het college zorg voor en legt (in een besluit) vast:
a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de gemeentesecretaris, directeuren en het management van de organisatie.
b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;
c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de geautoriseerde exploitatiebudgetten en investeringskredieten.
d. de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.
e. de te maken afspraken over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen.
f. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van baten en lasten aan de programma's en beleidsvelden.
g. het beleid en de interne regels voor:
1. de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.
2. de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.
3. het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.